Pagina's

zondag 15 januari 2012

Livre, lire, lecture


Time flies when you're having fun. Gelukkig gaat de tijd ook erg snel als je vijf maanden lang andermans paleisjes poetst en eindeloos veel gruwelijk kleine kerstkaarten sorteert en bezorgt. In de zomer heb ik mijn bachelordiploma's gehaald, maar probeer maar eens een masterstudie te kiezen wanneer je in het buitenland zit en er elke dag weer studenten zijn met een goed idee: uitgaan, huisfeestjes, film kijken, hockeyen...


In februari begin ik aan de 2-jarige educatieve master Frans. Terug naar Utrecht. Als je mij in het eerste jaar had verteld dat ik docent zou worden, dan had ik je uitgelachen. In september 2007 begon ik met Literatuurwetenschap en volgde al snel ook vakken bij Frans. Toen ik de volledige studie er maar bij ging doen riep ik heel hard: ik word nog liever een werkloze, verbitterde dichter dan docent Frans. Et voilà.

Eén van de vakken die ik ga doen omvat een leeslijst om de repertoirekennis Franse literatuur van na 1750 wat te vergroten. Of er op de middelbare school nog plaats is voor literatuur op het curriculum, dat moet u mij nu niet vragen. Na de zomer wordt daar een vak over gegeven, dus vraag het daarna gerust nog eens.
In mijn tijd hoefden we in de bovenbouw aan serieuze literatuur alleen twee romans en een toneelstuk te lezen. Daarnaast behandelde de docent nog wat gedichten en korte fragmenten uit verschillende periodes: de romantiek, de Eerste Wereldoorlog, het surrealisme en het existentialisme. Ik weet niet of ik zelf voor dat laatste had gekozen. De teksten van Sartre en Camus zijn niet moeilijk wat betreft het Frans, maar wel als het om de inhoud gaat. Wie het existentialisme - met begrippen als individuele vrijheid, de ander, verantwoordelijkheid, existentie en essentie - goed wil begrijpen zit al snel keiharde filosofie te bedrijven. En dan kan het erg abstract worden. Het ging het begrip van een stelletje zestien- en zeventienjarigen uit 5vwo in ieder geval net te boven. Vlak voor het proefwerk Franse literatuur vroeg een klasgenootje aan me: "Het existentialisme, dat is toch dat jongeren zich afzetten tegen de volwassenen?" Later werd me door verschillende doctoren in de literatuur en filosofie gelukkig uitgelegd hoe het dan wel in elkaar zat. Laat de colleges maar weer beginnen.

p.s.
In een boek dat ik voor het andere vak - Language Education - heb gelezen, kwam ik een citaat tegen dat goed samenvat hoe ik mij de afgelopen vier jaar vaak heb gevoeld tijdens het schrijven van essays:

If you steal from one author, it's plagiarism; if you steal from many, it's called research. 
(W. Mizner, Amerikaanse toneelschrijver)